Een paar jaar geleden startte ik het project ‘Burgerluchtvaart in Suriname tot 1976’ op als vervolg op mijn boek ‘Burgerluchtvaart in Nederlands Nieuw-Guinea 1926 – 1962’.
Het plan is om van het Suriname-boek net zo’n interessant en mooi boek te maken als het Nieuw-Guinea-boek met veel foto’s.
Met name ten aanzien van de foto’s heb ik wat hulp nodig. Hoewel ik al veel foto’s verzameld heb, mis ik nog het nodige, eigenlijk op alle gebied, van de kleine, lichte vliegtuigen tot de grotere verkeersvliegtuigen van de SLM en foto’s van ‘Operatie Sprinkhaan’. Alles is welkom.
Als u mij wilt en kunt helpen, neemt u dan contact met mij op via email: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Uiteraard wordt uw naam vermeld bij uw foto in het boek.
De Pan American watervliegbasis aan de Surinamerivier in de wijk Combé in Paramaribo.
De DC-7C PZ-TDA van de Surinaamse Overzeese Luchtdienst, die jarenlang geparkeerd stond op Zanderij.
In augustus 1952 bestelden Kappel en Van Eyck een tweede vliegtuig, een Stinson Reliant, die zou worden geregistreerd als PZ-TAA. Tegen het einde van 1945 was het toestel gestationeerd geweest op RNAS Fearn (HMS Owl) in Groot Brittannië. Daarna is de geschiedenis van de Stinson onbekend, totdat het toestel werd aangekocht door Kappel – Van Eyck. In oktober 1952 ging Kappel de Stinson ophalen in de VS.
Het Nieuws, 6 oktober 1952
Kappel onderweg.
Volgens berichten van Rudi Kappel zou hij vandaag uit de VS vertrekken met zijn nieuw vliegtuig. Indien alles volgens plan verloopt, zal Kappel begin volgende week met dit 4-persoons toestel hier zijn. Te Zorg en Hoop wordt intussen druk gewerkt aan de voltooiing van de airstrip.
Het zat Kappel niet mee op zijn trip van de VS naar Suriname. Hij vertrok al een aantal dagen later dan gepland…
Het Nieuws, 11 oktober 1952
Rudi Kappel onderweg.
Vanmorgen om 11 uur heeft Rudi Kappel te Miami met zijn Stinson Reliant het luchtruim ge kozen op weg naar Suriname. Met dit 5-persoons vliegtuig zal hij over de keten Caribische eilanden huiswaarts vliegen. De tocht zal een dag of 8 duren over 14 stopplaatsen. De Stinson is een 1-motorig toestel van 300 pk. Met Kappel vliegen mee zijn vriend Ibrahim die met hem naar de VS vertrok, de Curacaose mecanicien Mierto Obispo en misschien ook nog een Amerikaanse piloot.
Het Nieuws, woensdag 13 oktober 1952
Rudi Kappel op Cuba.
Door slecht weer is Rudi Kappel niet zaterdag maar heden uit Amerika vertrokken met zijn vliegtuig. Heden zond hij bericht dat hij op Cuba was.
Het Nieuws 16 oktober 1952.
Vreemde geschiedenis. Kappel en gezellen aangehouden.
Het wachten is nog steeds op Rudi Kappel en zijn reisgenoten, die na 8 dagen reizens hier werden verwacht uit Amerika waar zij een vliegtuig zijn gaan halen. Thans blijkt dat Kappel en zijn reisgenoten op Cuba zijn gearresteerd en gevankelijk gebracht naar Havanna. Omtrent de redenen tast men hier in het duister want voor zover bekend waren zijn papieren in orde. Van regeringswege zijn reeds de nodige stappen gedaan om de reden tot arrestaties te vernemen en de invrijheidstelling te verkrijgen. Kappel is ongetwijfeld het slachtoffer van de politieke op rust op Cuba, waar nu elke vreemdeling een mogelijke revolutionair kan zijn.
Het Nieuws, 17 oktober 1952
Kappel weer onderweg.
Rudi Kappel en gezelschap zijn gisteren op Cuba weer vrijgelaten en vertrokken naar Haïti. Vandaag zouden ze door vliegen naar Santo Domingo.
Het Nieuws, 18 oktober 1952
Rudi Kappel morgenmiddag thuis.
Morgennamiddag tussen 4 en 5 kan Rudi Kappel op het vliegveld Zanderij worden verwacht met zijn twee gezellen Ibrahim en Murphy (Amerikaan). Hij reisde via Puerto Rico, St. Croix, St. Maarten, St. Kitts, Guadeloupe, Martinique, St. Lucia, St Vincent, Grenada, Trinidad en Brits Guiana.
Het weekblad Amigoe di Curacao van 18 oktober 1952 geeft een uitgebreid verslag van de avonturen van de bemanning van de PZ-TAA op Cuba. Ik neem hiervan alleen het eerste gedeelte over omdat daar details in staan die ik nergens anders heb gevonden.
Sensationele reis van Rudi Kappel en gezellen. Cubaanse gastvrijheid in de gevangenis.
Camaguey tower, Camaguev tower, this is Stinson Reliant PZ-TAA, request permission to proceed direct to Santiago de Cuba" en toen piloot Rudi Kappel. de nasale stem van de verkeerstoren hoorde zeggen „Hallo Stinson Rellant, you are cleared to proceed to Santiago dc Cuba direct", zwenkte de Stinson door om 2,5 uur later zijn wielen op Santiago's vliegveld neer te zetten. En dat was het begin van alle ellende, zoals alleen maar op Cuba mogelijk kan zijn.
De 25-jarige Rudi Kappel, die de laatste tijd zo van zich deed spreken door in Suriname met een gewaagd plan te komen, nl. een binnenlandse luchtlijn te openen, vertrok de vorige maand welgemoed naar Miami om daar een eenmotorig toestel te kopen, nl. de Stinson Reliant PZ-TAA, een toestel, dat uitgerust was met een 300 pk motor en plaats biedt aan vier inzittenden buiten de piloot meegerekend. De bedoeling was om dit vliegtuig in etappes en zulks in verband met zijn perkte actieradius naar Paramaribo ie vliegen, waar het zal worden gebruikt voor de bedoelde luchtvaartmaatschappij. De koers was uitgezet en zo vertrokken op 13 oktober Rudi Kappel met een zekere Murphy, instructeur van Amerikaanse nationaliteit en Ibrahim, lid van de Aeroclub Suriname, die uit louter sportieve genoegens Rudi Kappel op zijn reis naar Miami vergezelde om de terugtocht met de Stinson te kunnen meemaken van Miami. Het was de bedoeling om de volgende route te nemen: Miami, Camaguey, Port au Prince, Haiti, Ciudad Trujillo, San Juan, St. Maarten, Guadeloupe, St. Lucia, Trinidad, Georgetown en Paramaribo. Men had tevens aan deze reis een goodwill-missie verbonden door aan de burgemeesters van de luchthavens welke men aandeed, een door de districtscommissaris Van Paramaribo, de heer J.L. Robles de Medina persoonlijk ondertekende brief af te geven, waarvan wij hieronder de tekst laten volgen:
GOODWILL MISSIE
Dear Sir,
As Mayor of Paramaribo, capital City of Surinam, S.A., I take advantage of the opportunity of the Goodwill Flight of Mr. R. E. KAPPEL, Surinam born pilot, who is flying from Miami to Surinam, to send on behalf of myself and the people of Paramaribo this goodwill message with warm and kind greetinqs to you and your people, with well-wishings for their good health and prosperity. In a world divided by false doctrines and selfishness, we, as a little part of one of the Americas are doinq our utmost in contributing to the welfare of mankind so that Peace and Goodwill may prosper throughout the entire world.
Verry sincerely yours,
J. L. Robles de Medina, Mayor of the City of Paramaribo.
Het Nieuws van 20 oktober 1952 laar Rudi Kappel zelf aan het woord voor de rest van het verhaal.
Het avontuur op Cuba van Rudi Kappel en gezellen.
Rudi Kappel heeft op Curacao aan de Beurs-en Nieuwsberichten verteld hoe het avontuur op Cuba zich heeft voorgedaan.
In Miami waren zijn papieren in orde gemaakt en de Consul van Cuba aldaar zou voor rekening van Kappel telegraferen maar het Ministerie van Defensie om landing op het vliegveld Camagey te doen verlopen zonder stoornis ondanks de nerveuze toestand op Cuba. De vlucht viel mee en er was voldoende benzine, zodat zij besloten door te vliegen naar Santiago, hetgeen radiografisch werd doorgegeven aan de vliegveldautoriteit van Camaquey met verzoek Santiago te waarschuwen.
Aresstatie in Santiago
Toen wij in Santiago aankwamen werden wij onmiddellijk vastgehouden. Alles werd uit het vliegtuig gehaald door de militaire macht en mijn Rood-Wit-Blauwe vlag met het wapen van Suriname werd door een zekere luitenant Camboa op de grond geworpen. Toen ik hem er op attent maakte dat het onze nationale vlag was wierp hij die ten tweede maal op de grond. Zelfs de bekleding werd van de zittingen in ons vliegtuig afgetrokken om te zien of er wat achter zat. Het was vijf minuten over elven toen wij maandag geland waren in Santiago en om 12 u 35 werden wij naar het Cuartel Militar gebracht, waar wij zeer onbeschoft werden behandeld. Tot 6 uur werden wij daar vastgehouden en daarop werden wij alle drie naar de gevangen is gebracht, nadat men ons al ons geld en onze bezittingen had af genomen.
Met gekke vrouwen
Wij werden tezamen met 64 gevangenen, waaronder 20 gekke vrouwen, opgesloten en voor de nacht werd ons een kleine ruim te aangewezen, die wij met 25 gevangenen moesten delen. Wilden wij op een bed liggen, dan moesten wij 60 Amerikaans cent betalen. Om 9 uur werd de deur gesloten en wij bleven daar tot dinsdagmorgen 6 uur. Wij worden zonder dat wij de gelegenheid kregen ons te wassen of de mond te spoelen in een militaire jeep geduwd en wederom naar het Cuartel Militar gebracht, waar wij in een cel gestopt werden. In deze cel zaten nog 2 wegens dobbelen en 1 wegens de verkoop van mariguana gearresteerden. Toen wij om 7 u. 20 wederom voor de plaatselijke militaire autoriteiten werden gebracht protesteerde ik tegen de behandeling die wij ondergingen en zei de militair die ons hoorde, dat ik m.i reeds tweemaal was opgesloten en daar niet van gediend was. Ook vroeg ik of wij ons konden wassen en of wij iets te eten konden krijgen. Ik legde nogmaals uit, dat ik met semi-officiële papieren reisde en op een goodwill-tour was. Er werd op mijn woorden geen acht geslagen, waarop ik dreigde alles te zullen laten publiceren. Nadat wij ons wat hadden mogen opfrissen en wat gegeten hadden, werden wij ten derde male opgesloten. Om 10 u. werden wij uit de gevangenis gehaald en om 11 uur in een vliegtuig van de Cubaanse luchtmacht gezet, dat naar het op 450 mijl afstand liggende Havanna vloog. Tijdens de vlucht mochten wij niet van onze zetels opstaan, werd ons gezegd. Om half drie kwamen wij in Havanna aan, waar wij moesten poseren voor een militaire fotograaf of wij wilden of niet. Ik draaide hem mijn rug toe. Men zeide ons onze bagage in te laden in een gereed staande stationwagon en men reed ons steeds onder militaire bewaking naar de Servicio de Inteligentia Militar. Ik vroeg onmiddelijk naar de Nederlandse gezant, doch men wenste mij eerst vragen te stellen, daarna kon ik mij met de legatie in verbinding kon stellen.
In Havanna was de behandeling beter
De behandeling in Havanna vormde een hemelsbreed verschil met die in Santiago. Het werd mij duidelijk, dat de Cubaanse Consul in Miami wel mijn geld had aangepakt, maar niet het beloofde telegram naar het Ministerie van Defensie had gezonden. Ik beklaagde mij ook over de behandeling van de vlag en luitenant Janeiro pakte die zorgvuldig voor mij in, waarvoor ik hem zeer erkentelijk was. Wij werden in Havanna correct en goed behandeld, men vroeg ons een foto van ons te laten nemen en vingerafdrukken te maken en daarna bracht men ons naar de militaire kantine, waar we gegeten hebben, nadat men ons in de gelegenheid had gesteld een bad te nemen. Intussen hadden wij tal van vragen moeten beantwoorden. Later kwamen de heren Fein en Bijpost van de Nederlandse legatie. Deze heren zijn zeer goed opgetreden om ons te helpen. Zij moesten een verklaring tekenen, dat zij onze papieren hadden onderzocht en dat alles in orde was. Ook moest ik een protest tekenen tegen de wijze van handelen van de Cubaanse Consul in Miami.
Vrij en voor de televisie
Dezelfde avond werden we in vrijheid gesteld en konden met de heren van de legatie de stad ingaan. Natuurlijk waren de kranten er direct bij om ons te interviewen en er werd een film van ons gedraaid voor de televisie. Wij vernamen inmiddels dat onze PZ-TAA door een militaire kolonel van Santiago naar het militaire vliegveld Campo Colurmbia bij Havanna was overgevlogen. Woensdagmorgen konden wij vertrekken in ons vliegtuig en de militairen waren zeer voorkomend, laadden ons gratis af met benzine en wensten ons „good luck". Wij zetten koers naar Santiago, omdat daar het vliegtuig moest worden uitgeklaard en arriveerden er om drie uur. In Havanna had men ons gezegd, dat men Santiago op de hoogte zou stellen van onze komst.
En de cel wachtte opnieuw
Toen wij in Santiago waren en uit ons vliegtuig gestapt, gebeurde echter precies hetzelfde als de eerste maal. Wij werden in onze kraag gepakt en naar het Cuartel Militar gebracht. De enige verzachting was, dat men ons zeide dat wij niet gevangen zaten, maar dat wij het gebouw niet mochten verlaten. Onder deze omstandigheden voelden wij dit fijne verschil niet erg goed aan, dat kunt U begrijpen, vervolgde de heer Kappel. „Tweemaal heb ik de heer Bijpost van het gezantschap in Havanna opgebeld, die alles in het werk gesteld heeft en het was ‘s-avonds 10 voor elven toen de autorisatie kwam, dat wij mochten vertrekken. Wij dachten nu in een hotel te kunnen gaan slapen, maar blijkbaar waren de militairen in Santiago nog niet helemaal gerust en wezen ons het Cuartel Militar als slaapplaats aan. Ondertussen had men 87 dollar afhandig gemaakt allerlei kosten. „De volgende morgen zijn we zo snel mogelijk in ons toestel gestapt voordat deze eigenaardige militairen misschien weer van gedachten zouden veranderen”, zo eindigde de heer Rudi Kappel zijn relaas.
Het Nieuws, maandag 20 oktober 1952
Kappel vliegt reeds.
Gisteren met zijn vliegtuig hier aangekomen, heeft Rudi Kappel vandaag reeds zijn eerste dienstvlucht gemaakt. Hij heeft de heer M. Koster, directeur var W.I. bedrijf der KLM en de heer F. van Binsbergen, vertegenwoordiger der KLM hier te lande, naar Frans Guyana gebracht. Vanmiddag om 3.30 keerde hij vandaar terug en haalt de heren morgen af.
Morgenochtend om 10 uur maakt hij zijn eerste officiële rondvlucht met (vermoedelijk) minister A. Smit van OWV en (zeker) Havenmeester Mr. F. Barend en Stadscommissaris Robles de Medina, daarna gaat hij met de Pers vliegen. Voor deze vluchten gebruikt Kappel het veld op Zorg en Hoop.
Krantenfoto uit 'Het Nieuws' van 20 oktober 1952: Bijschrift: Tientallen belangstellenden omsingelden het toestel toen Rudi Kappel gisterenmiddag zijn nieuwe Stinson Reliant veilig aan de grond had gezet op Zanderij. Met Kappel kwamen mee zijn vriend S. Ibrahim en de Amerikaanse instructeur-vlieger E. Murphy. Inzet: Kappel en zijn charmante echtgenote, de voormalige Marie Thijn, die hem als eerste een pakkert gaf.
Een bijzondere foto: de eerste twee vliegtuigen van het vliegbedrijf Kappel - Van Eyck. Rechts Piper Cub PZ-NAC, links Stinson Reliant PZ-TAA.
De Surinamer, 21 oktober 1952
De Pers in de lucht.
Hedenmorgen werd de pers uitgenodigd door de heer Van Eyck, compagnon van de heer Kappel, om met het nieuwe vliegtuig vanuit Zorg en Hoop een rondvluchtje boven de stad te maken. Voor dat de pers aan de beurt kwam gingen eerst landsminister Smit, de stads-commissaris, de distrikts-commissaris Barend met de heer Kappel de lucht in. De aangelegde airstrip te Zorg en Hoop heeft een voldoende lengte en breedte zodat het vliegtuig maar ongeveer de helft van het veld nodig heeft voor het opstijgen en dalen. Het vliegtuig kan vijf personen inclusief piloot meenemen. De bedoeling van de heer Kappel is om binnenlandse vliegdiensten, waarbij vracht en personen zullen worden vervoerd, te onderhouden.
Stinson Reliant PZ-TAA is slechts een week actief geweest in Suriname en werd onherstelbaar vernield tijdens een crash.
Het Nieuws 25 oktober 1952
KAPPELS NIEUW VIEGTUIG BESCHADIGD
Bij het landen is het nieuwe vliegtuig van Rudi Kappel gisterenmiddag in een zachte plek in de grond terecht gekomen en vrij ernstig beschadigd. De inzittenden bekwamen geen enkel letsel. Het rechterwiel zakte weg in een zachte plek van de zandgrond op het veldje te Zorg en Hoop. Het toestel maakte toen een on verwachte zwaai naar rechts, waardoor de poot waaraan het wiel zit, brak. De neus van het toestel raakte daardoor de grond en propeller kreeg een klap en werd verbogen. Het vliegtuig kantelde vervolgens naar links waardoor de linkervleugelpunt, die over de grond sleepte, werd ingedrukt. Kappel had de tegenwoordigheid van geest om onmiddellijk alle switches af te draaien. Had hij dit niet gedaan dan waren er ongetwijfeld ernstige gevolgen geweest. In het toestel zaten behalve Kappel ook nog statenvoorzitter K. Bergen, diens vader en echtgenote en hun drie kinderen. Geen der inzittenden liepen letsel op. Gisterenavond om 11 uur had men 't toestel weer horizontaal. Het zal enkele weken duren voordat nieuwe onderdelen ter reparatie arriveren.
Binnen een week na aankomst in Suriname werd de Stinson PZ-TAA na deze crash echter als verloren beschouwd en nooit gerepareerd. Het toestel was wel verzekerd en met de uitkering daarvan werd een tweede Stinson gekocht, die al een maand later kon worden afgeleverd en werd geregistreerd als PZ-TAB.