Artikelindex

Burgerluchtvaart in Nederlands Nieuw-Guinea 1926 - 1962

Rond 1920 was Nederlands Nieuw-Guinea voor het overgrote deel een onbekend en nog niet in kaart gebracht eiland. De natuur had er iedere barrière opgeworpen die een wegen- of spoorwegbouwer maar kon bedenken: moerassen langs de kust, machtige rivieren die nooit meer dan een jaar of twee hun bedding volgden en hoge steile bergen met vlijmscherpe bergkammen, begroeid met dichte jungle en bekroond met eeuwige sneeuw. Een verdere ontmoediging voor de reiziger werd gevormd door het agressieve gedrag van de bewoners: oorlogvoeren was hun manier van leven en voor velen was koppensnellen en kannibalisme een gebruikelijke bezigheid. Er bestond altijd een wezenlijk gevaar van een aanval door vijandige papoeas die niet gediend waren van vreemdelingen die door hun gebied trokken. Als ooit de noodzaak bestond over moeilijkheden heen te vliegen in plaats van er doorheen te worstelen, dan was het wel op Nederlands Nieuw-Guinea. 

Over de burgerluchtvaart op Nederlands Nieuw-Guinea is nog niet zo heel veel gepubliceerd. In bijna 550 foto’s vertelt dit boek het verhaal van een stuk bijna vergeten Nederlandse luchtvaartgeschiedenis. Over wetenschappelijke expedities, zending en missie, grote en kleine luchtvaartmaatschappijen, mijnbouwbedrijven en oliemaatschappijen en één particuliere vlieger.

  • hard back
  • full color stofomslag
  • 436 pagina's
  • 500 foto's
  • prijs € 49,95
  • ISBN 978-90-818510-9-1

Recensies

Chris van der Klauw op het Nederlands Nieuw-Guinea forum/prikbord

http://nngprikbord.west-papua.nl

Gisteren, 24 oktober 2013, ontving ik het boek Burgerluchtvaart in Nederlands Nieuw-Guinea 1926-1962 van Theo Wesselink, nadat ik al op 21 juli 2013 een bericht had geplaatst op dit prikbord met de uitleg en aankondiging van het boek. Ik ben uiteraard nog niet in staat geweest het hele boek te lezen, maar ben er natuurlijk wel door heen gegaan, al was het maar om die 550 prachtige foto's te bekijken.

Wat direct opvalt: het is een pil van een boek, 440 pagina's, tamelijk klein lettertype, dus er valt heel wat te lezen. Het boek is prachtig uitgevoerd met hardcover, dus valt niet na een aantal keren lezen uit elkaar, en dat is nodig ook, want dit boek bevat zoveel informatie dat je het vaak ter hand zult nemen.

Alhoewel dit boek natuurlijk op de eerste plaats over de burgerluchtvaart in Nederlands Nieuw-Guinea gaat is het feitelijk een must-have voor iedereen die iets met NNG heeft. Het bevat zo ontzettend veel informatie over zaken die in NNG gespeeld hebben. Ter illustratie de Inhoudsopgave:

- Wetenschappelijke expedities

- Stirling-expedities

- Carstensz-expeditie

- Archbold-expeditie

- Expeditie naar het Sterrengebergte

- Mijnbouw

- Nederlands Nieuw Guinee Petroleum Maatschappij

- Mijnbouw Maatschappij Nederlands Nieuw-Guinea

- Stichting Geologisch Onderzoek Nederlands Nieuw-Guinea

- Vliegvelden, airstrips en luchtverkeer

- De "Grote Oost"-lijn van de KNILM

- De Tweede Wereldoorlog

- Vliegvelden en airstrips

- NIGAT en IIB, ML en MLD

- Mokmer wordt een internationale luchthaven

- De KLM in Nieuw-Guinea

- De Kroonduif

- Melanesian Air Service

- Bureau Luchtvaart

- Zending en Missie

- Christian and Missionary Alliance

- Mission Aviation Fellowship

- Missie Luchtvaart Dienst

- Pleziervliegen

- Een Noorduyn "Norseman" van de dump

- Aero Club Biak

- Olaf de Rijke

- Na 1962

Allemaal onderwerpen waar we van gehoord en gelezen hebben en waar ook op west-papua.nl een en ander is gepubliceerd, maar het is in dit boek verzameld. Zo kwam ik in het boek ook weer foto's tegen van de voor Theo onbekende vrouw Pluuk Veenhuysen, grondstewardess in Biak, dus veel NNG-ers zullen haar ontmoet hebben. En ook van Suzy van Shangri-La.

Als ik je dan nog vertel dat dit boek slechts € 49,50 kost, dan denk ik dat je het nu onmiddellijk gaat bestellen, hetzij online, hetzij via je eigen boekhandel.

Kortom: Een aanrader van de webmaster.

Chris van der Klauw in de Nieuwsbrief nieuwguinea/west-papua 29-10-2013

Een knaller van een boek dat je zeker niet mag missen:

Burgerluchtvaart in Nederlands Nieuw-Guinea 1926-1962

Een pil van een boek, 440 pagina's, tamelijk klein lettertype, dus er valt heel wat te lezen. Het boek is prachtig uitgevoerd met hardcover, dus valt niet na een aantal keren lezen uit elkaar, en dat is nodig ook, want dit boek bevat zoveel informatie dat je het vaak ter hand zult nemen.

Alhoewel dit boek natuurlijk op de eerste plaats over de burgerluchtvaart in Nederlands Nieuw-Guinea gaat is het feitelijk een must-have voor iedereen die iets met NNG heeft. Het bevat zo ontzettend veel informatie over zaken die in NNG gespeeld hebben. 

AANRADER, dus gewoon snel aanschaffen dat boek!!!

Koen de Jager in de West-Papua Koerier, december 2013

'Nieuw-Guinea was aan het begin van de vorige eeuw een nagenoeg onbekend terrein.

De Noord Nieuw-Guinea Expeditie in 1903 was de eerste officiële Nederlandse expeditie in Nieuw-Guinea met als doel, de verkenning van o.a. de noordkust van het Nederlandse deel van het eiland. Het onderzoek richtte zich op de omgeving van de Geelvinkbaai en Humboldtbaai, inclusief het Sentanimeer. De wens van de Nederlandse regering de hele Indische archipel te beheersen en de ‘witte vlekken op de kaart’ in te vullen, leidt rond 1900 tot de oprichting van bestuursvestigingen op Nieuw-Guinea: Fak Fak in 1894, Manokwari in 1898, Merauke in 1902 en Hollandia in 1910. Tot 1926 werd de exploratie van Nieuw-Guinea op de tot dan toe gebruikelijke wijze uitgevoerd; per schip, te voet en met behulp van dragers.

Een primeur in 1926 is het gebruik van een watervliegtuig tijdens de Stirling-expeditie. Gedurende de expeditie werd ca. 1600 kilometer gevlogen om goederen en mensen te vervoeren en luchtfoto's en filmbeelden te maken. En met het gebruik van dit vliegtuig wordt min of meer het begin gemarkeerd van de burgerluchtvaart in Nieuw-Guinea voor verdere exploratie van het land, voor commerciële doeleinden maar ook het gebruik van vliegtuigen door de zending en de missie.

 Over deze burgerluchtvaart is feitelijk weinig gepubliceerd en met de verschijning van dit boek vult Theo Wesselink deze lacune in de luchtvaartgeschiedenis van Nieuw-Guinea.

 Vanzelfsprekend ontkomt hij er niet aan, om nogal wat merken en type vliegtuigen te vermelden (er ‘sneuvelde’ nogal eens een exemplaar) maar hij doet dit zonder te vervallen in een ‘brei van cijfertjes of typeaanduidingen’.

Dit resulteerde in een goed leesbaar boek waarbij de tekst, aangevuld met ca. 530 zwart-wit foto’s en enige kaartjes, een mooi overzicht geeft over hoe de burgerluchtvaart in Nieuw-Guinea 1926 begon en hoe deze zich ontwikkelde tot en met 1962'.

Ruud Vos in ‘Piloot en Vliegtuig’, december 2013

'Over de burgerluchtvaart op Nederlands Nieuw-Guinea is nog niet zo heel veel gepubliceerd, maar dit nieuwe boek verhaalt van een stuk bijna vergeten Nederlandse luchtvaartgeschiedenis. Aan bod komen wetenschappelijke expedities, de ontwikkeling van zending en missie, grote en kleine luchtvaartmaatschappijen, mijnbouwbedrijven en oliemaatschappijen en één particuliere vlieger. De keurig verzorgde gebonden uitgave is een must voor iedereen met interesse voor de luchtvaart in de voormalige overzeese gebieden’. 

 

Harm J. Hazewinkel in ‘Luchtvaartkennis – Luchtvaarthistorisch tijdschrift’, december 2013

‘Er gaat inmiddels geen nummer van LUCHTVAARTKENNiS voorbij of wij zijn in de gelegenheid een nieuwe publicatie van Theo Wesselink te bespreken. Wij mogen ons dan afvragen waar de auteur de tijd vandaan haalt, maar in ieder geval is de Nederlandse luchtvaartgeschiedenis hiermee gebaat en daar mogen we dankbaar voor zijn. Want net zoals bij eerdere boeken stelt Theo Wesselink zich ten doel alles wat hij over een onderwerp te weten is gekomen in druk te laten verschijnen. Dit keer is de burgerluchtvaart in Nederlands Nieuw-Guinea het onderwerp en ook daarover blijkt heel wat te vermelden. Op veel punten is dit nieuwe boek dan ook uitvoeriger dan het in 1996 verschenen "Rimboevliegers" van Jan Hagens – dat dan weer wel ook het militaire deel van de luchtvaart beschrijft. Het begint ook eerder, namelijk in 1926 met de Stirling expeditie, die gebruik maakte van een Yackey BRL-12, in feite een verbouwde Bréguet 14 uit de Eerste Wereldoorlog. Van dit vliegtuig, het eerste burgervliegtuig op Nederlands Nieuw-Guinea, is trouwens een schat aan foto's opgenomen. Omdat de auteur heeft gekozen voor een thematische en niet strikt chronologische aanpak worden daarna eerst de andere expedities (Carstensz, Archbold) behandeld, en tenslotte de expeditie in de jaren vijftig naar het Sterrengebergte.

Het volgende deel gaat over de exploratie en daarin komen we op bekender terrein, de activiteiten van de Nederlandsch Nieuw Guinea Petroleum Maatschappij (NNGPM) en de Mijnbouw Maatschappij Nederlandsch Nieuw Guinea (MMNNG). (…) In het boek komen verder ook de minder vaak beschreven naoorlogse activiteiten op mijnbouwgebied aan de orde. Het grootste deel wordt uiteraard ingenomen door het burgerluchtverkeer, van de "Grote Oost" lijn van de KNILM tot aan de ook aan de lezers van LUCHTVAARTKENNIS inmiddels niet onbekende Melanesian Air Service (MAS), met daartussenin de activiteiten van de NIGAT, de KLM en de Kroonduif. In detail wordt ook ingegaan op de luchtvaart in dienst van zending en missie. (…) Het boek wordt afgesloten met de verhalen over de enkele privévliegtuigen, van de Norseman van Jaap Meeuwenoord tot de Fairchild van Olaf de Rijke. Dit alles wordt - het zij speciaal vermeld - verlucht met veel, zeer veel foto's. De actualiteit gebiedt dan nog te wijzen op het verhaal over de Republic Seabee waarmee "Soldaat van Oranje" Erik Hazelhoff Roelfzema zich inzette voor de Republiek Zuid Molukken, waarover volgens recente persberichten nu plannen voor een nieuwe film schijnen te bestaan. Zoals gezegd - alles staat er in en aangezien de auteur in zijn inleiding onder meer verwijst naar het artikel over MAS in het eerste nummer van dit jaar van ons blad, moet het boek in korte tijd geschreven zijn, ook al zal veel materiaal wel gereed hebben gelegen. Dat is een prestatie van formaat.’

 

Peter Baeten in 'Verenigde Vleugels' van januari 2015 

‘(…) Over de burgerluchtvaart in Nederlands Nieuw-Guinea is nauwelijks iets gepubliceerd. Dit boek vult deze leemte in. Het verhaalt van de wetenschappelijke expedities en de mijnbouw op het onherbergzame eiland, waar vervoer in het binnenland uitsluitend per vliegtuig mogelijk was. De moeizame pogingen voor het opzetten en uitvoeren van een lijnverbinding door de KNILM en de vliegtuigen van de zending en missie. Ook de latere lijndienst per KLM en de diensten van Kroonduif komen uitgebreid aan bod, evenals de vliegvelden, vliegveldjes en airstrips. Het boek eindigt in 1962, toen Nederlands Nieuw-Guinea aan Indonesië moest worden overgedragen. Het is weer van dezelfde kwaliteit als de eerdere boeken van deze auteur: gebonden, met een harde kaft, 436 pagina’s en zo’n 450 foto’s. Voor elke luchtvaarthistoricus een must voor zijn boekenkast!’